Maandagavond 4 maart 2019 in het Van der Valkhotel in Leeuwarden. In één van de vele zaaltjes zitten raadsleden uit diverse Friese gemeenten bij elkaar om geïnformeerd te worden hoe nu de keten van de jeugdbescherming werkt. Aanleiding hiervoor waren een aantal negatieve artikelen in de Leeuwarder Courant over de jeugdbescherming in Friesland. Volgens de sprekers gekleurde artikelen waar de betrokken jeugdbeschermingsuitvoerenden weinig tegenin konden brengen vanwege de privacy gevoeligheid van de betrokken dossiers. Daarom vonden een aantal Friese wethouders het hoognodig dat Friese raadsleden goed geïnformeerd zouden worden over de keten van de jeugdbescherming en de daarmee samenhangende uitdagingen.
En dus zat ik daar, geïnteresseerd en benieuwd naar wat komen zou. Nu moet ik er wel bij vertellen dat ik in de periode van augustus 1999 tot halverwege 2009 als manager/directeur bedrijfsvoering werkzaam ben geweest bij één van de landelijke uitvoerders van jeugdbeschermingsmaatregelen (en jeugdreclassering en pleegzorg), namelijk de William Schrikker Stichting (ook vanavond aanwezig). Een mooie tijd bij een mooie stichting, werkend voor kinderen én ouders met een beperking. Wat mij echter meteen opviel was dat de toon en de klachten (werkdruk, te weinig geld, te veel bureaucratie) van deze avond exact dezelfde waren als in de tijd dat ik daar nog werkte. Ondanks de wetswijziging in 2015 en de transitie daarna is er eigenlijk niets veranderd. Je vraagt je weleens af waarom we in vredesnaam al die veranderingen doorvoeren, behalve om reden van bezuinigen.
Om de raadsleden te informeren was er een hele batterij aan vertegenwoordigers, deskundigen en professionals opgetrommeld om ons in vijf presentaties en een paneldiscussie bij te praten. Het Regiecentrum Bescherming en Veiligheid (voorheen Bureau Jeugdzorg Friesland), Veilig Thuis (Advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling Friesland), de Raad van de Kinderbescherming en de William Schrikker Stichting stonden hiervoor klaar. Deze volgorde van betrokken organisaties geven al aan hoe lang en complex de hele keten van jeugdbescherming in feite is, maar verklaart mijns inziens tegelijkertijd waarom deze keten zoveel geld kost en ook waarom er af en toe iets grondig mis kan gaan. Let op! Af en toe, zeker niet altijd. De belangrijkste conclusie van de avond die werd geuit door de woordvoerster van het Regiecentrum en die mij als zo vanouds bekend in de oren klonk was: “Er is gebrek aan geld en aan regie in de jeugdbescherming.” En “er gaat veel geld verloren aan de structuur die wij (lees: Nederland) hebben gecreëerd rondom de jeugdbescherming. Geld dat anders naar de kinderen en de pleeggezinnen zou kunnen gaan.”
De reactie op de kritiek van de klagers in de Leeuwarder Courant was er één uit het historische boekje. “De klagers vormden maar een klein deel van de doelgroep die zelf niet door hebben dat zij het zijn die niet functioneren. Het is allemaal (negatieve) beleving”. Maar het is volgens mij dan ook nogal wat als jouw kind bij je wordt weggehaald, dat je ze amper nog kan zien en dat het communiceren met de gezinsvoogd en de andere betrokken partijen niet goed gaat. Aan de andere kant is het adagium, dat de veiligheid van het kind voorop dient te staan ook een hele belangrijke.
De essentie van het gevoel waarmee ik na afloop naar huis ging was dat we maar moeten accepteren dat niet altijd alles goed kan gaan in de jeugdbescherming. Dat een oplossing voor de problemen niet voorhanden is gezien het feit dat er al ruim twintig jaar zonder resultaat wordt gesproken en gewerkt aan de organisatie van de jeugdbescherming in Nederland. Er schijnt iets van machteloosheid door, maar ook een jammerklacht waar maar geen einde aan komt.
Oh ja, en wat heb ik er nu als raadslid van opgestoken? Alle jeugdbeschermingsmaatregelen worden door de rechter uitgesproken, terwijl de Raad voor de Kinderbescherming bepaalt welke gecertificeerde instelling de maatregel uitvoert. De gemeenten hebben dit als een soort gedwongen winkelnering te accepteren en moeten de rekening betalen. Dan weten we dat ook maar weer, maar eigenlijk wist ik dit al. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de gesloten jeugdzorg.
Ron Leen
Raadslid PvdA Harlingen